Hoe kan je het beste je bloedsuiker prikken?
Als je gezond bent hoef je je meestal niet druk te maken om hoe hoog je bloedsuikerwaarde precies is. Maar als je lijdt aan een vorm van diabetes, zul je meerdere keren per dag je bloedsuiker moeten prikken. Je prikt je bloedsuiker om te testen of de glucosewaarden in je bloed normaal zijn.
Met het prikken van je bloedsuiker meet je eigenlijk hoeveel glucose (suiker) er in je bloed aanwezig is. Bij een te lage waarde (onder de 4,0 mmol/L) heb je een lage bloedsuikerspiegel, dit wordt een 'hypo' genoemd. Bij een te hoge waarde (boven de 10,0 mmol/L) heb je een hoge bloedsuikerspiegel, dit wordt een 'hyper' genoemd.
Waarom meet je je bloedsuikerspiegel?
Vooral mensen met insuline-afhankelijke diabetes, bijvoorbeeld diabetes type 1 en ontregelde diabetes type 2, moeten regelmatig de bloedsuikerspiegel meten. Het is belangrijk dat de bloedsuikerspiegel een waarde tussen de 4,0 en 10,0 mmol/L blijft omdat je anders in een hypo of hyper terechtkomt. Op het moment dat je een hypo of hyper hebt voel je je al niet echt prettig, maar deze kunnen op latere leeftijd voor nare complicaties zorgen.
Omdat het maken van insuline bij diabeten niet goed meer gaat, moet je zelf je lichaam helpen om je bloedsuikerspiegel te reguleren. Dit doe je door zelf je bloedsuiker te meten en insuline bij te spuiten of te eten.
Wanneer controleer je je bloedsuikerspiegel?
Het is belangrijk om je bloedsuiker te prikken in de volgende situaties:
- Als je diabetes hebt (duh-huh)
- Als je ouder bent dan 45 jaar
- Bij overgewicht
- Indien je een lange tijd een hoge bloeddruk hebt
- Na zwangerschapsdiabetes
- Als je rookt
Dit zijn namelijk allemaal (risico)factoren waardoor je bloedsuiker op de een of andere manier geen normale waarde zou kunnen hebben.
Hoe meet je je bloedsuiker?
Om je bloedsuikerspiegel te meten heb je een speciaal apparaatje nodig. Om je bloedsuiker te controleren gebruik je de volgende spullen:
- Bloedglucosemeter
- Prikpen
- Een lancet om een prikje te geven (priknaald)
- Teststrips voor in de bloedglucosemeter
- Een doekje om je vinger mee schoon te poetsen
Zo doe je de meting:
Ten eerste is het belangrijk dat je je handen goed wast met zeep en warm water. Droog je handen ook goed af! Als er water op je handen achterblijft, kan dit de meting verstoren en op die manier een andere bloedglucosewaarde geven. Daarna kies je bij voorkeur je middelvinger of ringvinger om te prikken. Het is daarbij belangrijk dat je aan de zijkant van je vingertop prikt, omdat in het midden van je vingertop veel gevoelige zenuwen liggen. Deze zullen beschadigen door de prikjes. Als er niet direct een bloeddruppel tevoorschijn komt, kun je een klein beetje in je vingertop knijpen (maar niet te hard).
Stop de teststrip in je bloedglucosemeter, druk de bloeddruppel uit je vinger en laat de strip je bloeddruppel opzuigen. Wacht een paar seconden, en de bloedglucosewaarde verschijnt op het schermpje van je meter.
Vergoeding bloedsuikermeter
Als je insuline-afhankelijk bent, bijvoorbeeld bij diabetes, worden in vrijwel alle gevallen de spullen die je nodig hebt vergoed door de verzekering in het basispakket. Als je niet insuline-afhankelijk bent, maar toch je bloedsuiker wilt controleren zal je dit zelf moeten aanschaffen en betalen. Meestal kun je zo'n metertje ook bij de apotheek kopen.