Diabetes type 1
Stel je voor, je bent op een verjaardagfeest van een van je familieleden en je bent net van plan om een stukje van die overheerlijke taart te pakken als je achter je hoort: "Heey, jij hebt toch die ziekte, jij mag dat helemaal niet eten!" Waarop jij je omdraait richting diegene en zegt: "Dat ik diabetes type 1 heb, betekent nog niet dat ik het niet mag eten!" De persoon kijkt je aan en vraagt: "Oohh, maar dan heb jij het helemaal niet erg! Jij kan zeker gewoon een pilletje nemen en hoppekee, net als de diabetes van mijn oma!"
Bepaalde uitspraken, zoals die van hierboven, kunnen herkenbaar voor je zijn. Mensen die in de war zijn met een ander type diabetes, of iemand die (hoe goed bedoeld ook) adviezen geeft over bepaalde situaties. Dit kan vervelend overkomen op degene met diabetes, daarom leggen wij graag uit wat diabetes type 1 precies is, wat de symptomen zijn en welke behandelingen er tegenwoordig allemaal mogelijk zijn!
Wat is diabetes?
Nou, diabetes mellitus type 1 is een auto-immuunziekte die zich afspeelt binnen de alvleesklier. De cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken heten de 'eilandjes van Langerhans'. Op de een of andere manier denkt het afweersysteem in het lichaam dat hij de eilandjes van Langerhans moet aanvallen, in plaats van de ‘slechte’ cellen in je lichaam. Hierdoor kunnen de eilandjes van Langerhans geen insuline meer aanmaken.
Je kan je lichaam bekijken als een hotel; je alvleesklier is in dit geval dan de receptie, de koolhydraten in je voeding zijn de gasten die komen logeren en de insuline is het sleuteltje naar de hotelkamers. Als je alvleesklier niet meer werkt, oftewel de receptie is gesloten, kunnen de gasten, de koolhydraten dus, geen sleutels (insuline) meer ophalen en stapelen zich op. Dit houdt in dat de koolhydraten in je bloed blijven in plaats van dat ze opgenomen kunnen worden in de cellen van je lichaam.
Diabetes type 1 symptomen
Op het moment dat je lichaam stopt met het maken van insuline, begint jou bloedsuiker met stijgen. Omdat er meer suiker in je bloed zit, wordt het een beetje stroperig waardoor het minder goed door je vaten stroomt. Het vervoer van voedingsstoffen en zuurstof voor de verbranding wordt minder. Veel voorkomende symptomen zijn:
- Veel dorst hebben, en dus erg veel drinken
- Vaak moeten plassen
- Een droge mond hebben
- Heel vermoeid zijn
- Wazig zien
- Afvallen
- Last hebben van ontstekingen en infecties
- Jeuk
Ketonen
Als je langere tijd een hoge bloedglucosespiegel hebt gehad, is de insuline in je lichaam zo goed als op. Hierdoor kan je lichaam geen suikers meer verbranden en stapt deze over op het verbranden van vetten en eiwitten om toch een energiebron te hebben. De verbranding van suiker is ‘schoon’; er komen geen schadelijke afvalstoffen vrij. Dit, in tegenstelling tot de verbranding van vetten en eiwitten, waar zuren bij vrijkomen. Hierdoor ‘verzuurt’ letterlijk je lichaam, dit wordt ketoacidose genoemd. Je krijgt spierpijn en gaat heel vlug en diep ademhalen. Dit is gevaarlijk voor je lichaam, op dit moment moet er gestart worden met het behandelen van de hoge bloedsuiker om verdere complicaties te voorkomen.
Oorzaak diabetes type 1
Er zijn verschillende mogelijkheden waardoor diabetes veroorzaakt kan worden. Het hoeft echter niet een specifieke oorzaak te hebben om te ontstaan, het kan ook pure pech zijn!
Erfelijkheid
Waar velen van ons gelijk aan denken bij een van de oorzaken van diabetes type 1, is de erfelijkheid. Uit onderzoek blijkt dat erfelijkheid een rol speelt in het krijgen van diabetes type 1, maar wel een heel erg kleine rol. De kans op diabetes type 1 als een familielid het ook heeft is:
- Broer of zus met diabetes type 1: 1 – 8%
- Vader of moeder met diabetes type 1: 1 – 4%
- Beide ouders met diabetes type 1: 20 – 40%
- Neef of nicht met diabetes type 1: 1 – 2%
- Eeneiige tweelingbroer of -zus met diabetes type 1: 23 – 50%
Deze cijfers zijn voortgekomen uit de website www.erfelijkheid.nl.
Voedselintolerantie
Waar nog verder onderzoek naar gedaan zal moeten worden, maar mogelijk wel een rol speelt in het ontwikkelen van diabetes type 1, is voedselintolerantie. Er bestaan vermoedens dat het ontwikkelen van type 1 te maken heeft met:
Een glutenintolerantie of lactose-intolerantie. Een glutenintolerantie houdt in dat het lichaam niet goed tegen glutenbevattende producten zoals tarwe, brood en pasta kan. Bij een lactose-intolerantie reageert het lichaam niet goed op melksuikers.
Er is een onderzoek uitgevoerd waar 33 kinderen met aanleg voor diabetes werden gevolgd. De kinderen bij wie uiteindelijk diabetes ontwikkelden bleken allemaal een 25 procent minder diverse darmflora (de bacteriën die leven in je darmen) te hebben. Ook hadden de kinderen relatief meer ontstekingsopwekkende bacteriën. Wel geldt: meer en groter onderzoek is nodig om betrouwbaardere uitspraken te kunnen doen! Het geeft alleen wel een indicatie van de oorzaken van diabetes type 1.
Virusinfectie
Er bestaat een wetenschappelijke veronderstelling voor het ontstaan van diabetes type 1, namelijk dat er een virusinfectie mee te maken heeft.
Een virusinfectie kan ervoor zorgen dat de cellen van mensen met een bestaande aanleg voor diabetes zó veranderen, dat de insulineproducerende cellen in de alvleesklier niet meer op die manier worden herkend. Je lichaam ziet de cellen niet langer meer als ‘eigen cellen’ en begint daarom met het aanvallen van deze cellen. Als er te veel insulineproducerende cellen zijn vernietigd kan de alvleesklier niet meer goed zijn werk doen. Er komt een tekort aan insuline, met diabetes type 1 als gevolg.
Behandeling diabetes type 1
In de loop der jaren heeft veel verandering en vernieuwing plaatsgevonden in de behandeling van diabetes type 1. Zo bestaan er verschillende manieren om je bloedsuikerspiegel in de gaten te houden, denk hierbij aan een ‘ouderwetse’ bloedsuikermeter of aan een sensor die de waarden doorstuurt naar je smartphone!
Ook om de insuline te injecteren bestaan verschillende oplossingen. Daarvoor bestaat de insulinepen, die lijkt op een dikke vulpen met een insulinevulling en een flinterdun naaldje. Ook bestaat er een insulinepompje, die via een naaldje in je buik, been of bil continue kleine beetjes insuline afgeeft. Tijdens de maaltijd kun je extra doseringen geven. Zo’n pompje is een klein apparaatje dat in je zak past, meestal met een kleine afstandsbediening.
Om de goede dosering insuline te geven moet tijdens elke maaltijd uitgerekend worden hoeveel koolhydraten je hebt gegeten. Dit is elke maaltijd, elke dag, 365 dagen van elk jaar nodig. Hierbij is het verstandig om gezond te eten en voldoende te bewegen, zodat de kans op complicaties kleiner wordt.
Goed met je diabetes omgaan betekent dat je goed moet begrijpen hoe diabetes (en alles daar omheen!) werkt. Als je snapt hoe eten of bewegen invloed kan hebben op je bloedsuikers, weet je ook hoe je daarop moet reageren. Kennis over diabetes type 1 is onmisbaar en heel belangrijk voor je behandeling. Hoe meer je weet, hoe beter je kan reageren!